Het kabinet-Van Agt II (CDA, PvdA en D’66) viel al snel. Na acht maanden, nadat het in de tussentijd al een keer was gelijmd. Het kabinet kon het maar niet eens worden over de financieel-economische problemen. Die hadden inmiddels ernstige vormen aangenomen. De Nederlandse economie zat in 1981 in het slop. Met onder meer een alsmaar verder oplopende werkloosheid en toenemende, begrotings- en financieringstekorten. Een van de grootste twistpunten in het kabinet betrof de financiering van het banenplan van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Den Uyl. Wat het kabinet in die acht maanden wel voor elkaar kreeg was de terugkeer van rust op het gebied van de buitenlandse politiek. Minister van Buitenlandse Zaken Van der Stoel en minister van Defensie Van Mierlo slaagden er behendig in twee heikele problemen in de ijskast te zetten. De olieboycot van Zuid-Afrika en de passieve voorbereiding van de plaatsing van kruisraketten.