Een onconventionele (protest)partij

In 1963 betrad een luidruchtige nieuwkomer de politieke arena. Onder leiding van de kleurrijke Hendrik Koekoek uit Hollandscheveld bemachtigde de Boerenpartij tijdens de Kamerverkiezingen van datzelfde jaar drie zetels. ‘Boer Koekoek’, zoals de partijleider later bekend kwam te staan, was er in geslaagd om een achterban te mobiliseren die voor een groot deel bestond uit de zogenaamde ‘Vrije boeren’. Dat was een groep boeren die, georganiseerd in de vereniging voor Bedrijfs Vrijheid in de Landbouw (BVL), streefden naar een economie waarin de bedrijvigheid van kleine landbouwbedrijven niet verstoord werd door overheidsingrijpen. Ze waren vooral tegen de regels en de verplichte contributie aan  het Landbouwschap. In hun ogen waren vooral de kleine zelfstandige boeren daarvan de dupe.

De Boerenpartij verzette zich in de Kamer fel tegen overheidsingrijpen in de landbouwsector. Maar ook in algemene zin was de partij wars van een te grote bemoeienis van de overheid met de economie. Naast vrije boeren, trok de partij daardoor een heterogene groep kiezers, die zich gefrustreerd voelden over de bemoeizucht en regelgeving van de overheid, of een proteststem uitbrachten tegen de grote gevestigde politieke partijen. De onvrede richtte zich grotendeels op de vanzelfsprekendheid waarmee de regeerders hun macht uitoefenden. Hierdoor is de Boerenpartij later ook wel getypeerd als een onconventionele protestpartij voor ontevreden burgers, die in de praktijk vooral tégen was.

Boerenwijsheid

Partijleider Koekoek was buiten de Kamer, dankzij veel aandacht in de media, zeer populair geworden. Koekoek kwam over als een authentiek politicus, die directe, simpele taal sprak met een Drentse tongval en zijn boodschap vaak verpakte in een kwinkslag. Over het algemeen kwamen zijn ongepolijste retoriek en stijl neer op felle, emotionele oppositie tegen de politieke elite, die de bevolking zou misleiden. Koekoek stelde daar tegenover dat veel problemen met boerenverstand konden worden opgelost, met parlementaire procedures had hij niet veel op.

Uiteindelijk was de Boerenpartij tot in 1981 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. Het hoogtepunt waren de zeven zetels tijdens het kabinet-De Jong (1967-1971). Daarna ging het, ondanks enkele kleine electorale oplevingen, bergafwaarts. Dat kwam mede door de zwakke partijorganisatie en het eigenzinnige leiderschap van Koekoek. Interne onrust zorgde voor meerdere afsplitsingen, waaronder vier Kamerleden onder de noemer ‘groep-Harmsen’.

Lijsttrekker Koekkoek op een affiche van de Boerenpartij voor de verkiezingen in 1977. Bron: DNPP.

Tussen 1977 en 1981 was Koekoek nog het enige Tweede Kamerlid van de Boerenpartij. In maart 1981, vlak voor de Kamerverkiezingen, doopte Koekoek de Boerenpartij om tot Rechtse Volkspartij, maar daarmee voorkwam hij niet dat zijn partij uit de Kamer verdween.

“Ik krijg hier nooit geen beurt!”

Tijdens de jaren zeventig manifesteerde de partij zich met name in de marges van de politiek. Koekoek behaalde tijdens zijn laatste termijn (1977-1981) alleen nog publiciteit met allerlei schandaaltjes en conflicten met justitie. Daarnaast ontleende Koekoek nog faam aan de hitsingle ‘Den Uyl is in den olie’ die hij in 1973 had met Vader Abraham, ten tijde van de oliecrisis. Maar van politieke invloed was geen sprake meer en de andere Kamerleden namen Koekoek nog nauwelijks serieus. Toen hij in 1976 tijdens het debat over het niet-doorgaan van een order voor de levering van reactorvaten in Zuid-Afrika geen gelegenheid kreeg te interrumperen, riep hij met zijn bekende Drentse accent: “Ik krijg nooit geen beurt!”

De Boerenpartij heeft als kleine fractie nooit een vuist kunnen maken in de landelijke politiek. Net als Provo, D’66 en de studentenbeweging protesteerde zij in de jaren zestig en zeventig op emotionele wijze tegen het establishment, maar dan wel op de uiterste rechterflank van het politieke spectrum.

Lees meer over de Boerenpartij.

Kijk de aflevering van Andere Tijden over de Boerenpartij.

Marion, S. (Simon) van (fractievoorzitter en lid van 17 september 1974 tot 1 november 1976)
Maris, B.W. (Bertus) (fractievoorzitter en lid van 1 november 1976 tot 15 februari 1978, stapt over naar Groep-Maris)

Koekoek, H. (Hendrik) (fractievoorzitter en lid tot 10 juni 1981)
Honig van den Bossche, V.A. (Victor) (van 7 december 1972 tot 8 juni 1977)
Koning, J. (Jan) de (van 3 april 1973 tot 8 juni 1977)
Nuijens, A. (Toon) (van 7 december 1972 tot † 26 februari 1973)